Chaos

De vijfde opdracht van de Schrijf-je-fit-maand van Schrijven Online zette me aan het denken. Wat zou er gebeuren als het universum mijn wens uit zou voeren? Dat leverde het volgende schrijfsel op….

‘En weer loopt de wekker vanmorgen niet af. Ik zal toch eens weer zo’n ouderwetse moeten kopen, met van die bellen, of een goede wekkerradio op z’n minst. Het is al 9 uur geweest. Ik moet er hoognodig uit, ik kan mijn hond niet nog langer laten wachten. Ik sla het dekbed van me af en wil de kleren pakken die ik gisteren op een stoel heb gegooid. Vreemd, ze liggen er niet. Sterker nog, de stoel staat er ook niet. Mijn altijd zo rommelige slaapkamer ziet er wel heel erg opgeruimd uit, steriel bijna. Ik doe de kast open en kijk naar de lege planken. Wat is dit? Waar zijn al mijn kleren? In mijn nachtjapon (gelukkig heb ik die wel aan) doe ik de deur naar de overloop open. Geen hond te bekennen, geen kat die haastig en hongerig de trap af loopt, in afwachting van het vrouwtje dat zijn voerbakje vol doet. Het ruikt ook erg fris in huis. Geen kattenbakgeur vandaag. Ik roep de naam van de hond ‘Nouschke, kom je bij het vrouwtje?’. Geen geblaf, geen pootjes op de houten vloer. Niets, geen enkel geluid.

Ik loop langzaam naar beneden. De fiets van mijn zoon staat voor het raam, zijn schooltas hangt netjes aan de kapstok. Ik kijk in een schone keuken. Niemand. Ik ren weer naar boven. Op zijn kamer brandt geen licht. Zou hij zich ook verslapen hebben? Ik klop hard, panisch bijna, op zijn deur. Geen reactie. Ik doe de deur open en voel een koude rilling door mijn lichaam gaan. De kamer waar kleren, boeken en andere tienerspullen de vloer bedekten is helemaal leeg. Alleen een keurig opgemaakt bed en twee lege kasten staren me aan. ‘Harry, waar ben je?’ roep ik tevergeefs. Ik voel me ineens heel klein in dit grote bijna lege huis. Dit huis maakt me bang. Ik heb vaak genoeg geroepen dat ik de chaos zo zat was, dat ik het anders wilde, opgeruimder, leger. Zou dit dan zo’n self fullfilling prophecy zijn? Heeft het universum mijn wens serieus genomen en uitgevoerd? Ik ga de trap op naar de zolder. Als de zolder ook leeg is word ik echt gek, denk ik bij mezelf.

Gedesillusioneerd kruip ik mijn bed weer in en duik diep onder het dekbed, op zoek naar wat warmte in deze akelige, kille omgeving. Ik huil, tranen biggelen over mijn wangen. Ik mis de chaos, ik mis de kattenbaklucht, de rommel in mijn zoons kamer, de hond, alles wat ik op zolder bewaarde.

Ik hoor het melodietje op mijn mobieltje dat me vertelt dat ik wakker moet worden. Er krabt iets aan mijn slaapkamerdeur en ik hoor keiharde muziek uit de kamer van mijn zoon. Ik sta moeizaam op en doe de deur open. Ik struikel over een kat en snuif de ammoniak uit de kattenbak op. De hond komt me lachend een goedemorgen wensen en laat merken dat ze hoognodig naar buiten moet. Ik loop heel even naar de zolder. Ik zucht. Hoe krijg ik dit ooit opgeruimd….’